|
||||||||
Philip Kroonenberg (1952) behoort al jaren tot de top van het Nederlandse gilde van de singer-songwriters, zelf noemt hij zich liever folksinger. Ik ga hier niet de hele doopceel lichten van Philip, maar een beetje informatie voor nieuwe luisteraars is wel op zijn plaats. Behalve alleen, althans vroeger, speelt hij met de volgende formaties: Philip Kroonenberg and his Magic Magicians, Kroonenberg-Linnemann-Van der Zalm en de heropgerichte Freelanceband en hij bracht 2 cd’s uit met zelfgemaakte in het Nederlands gezongen kinderliedjes, begeleid door De Betoverende Tovenaars en niet te vergeten de supergroep Personnel met een andere singer-songwriter, fenomeen Ad Vanderveen. Flamenco gitaar was zijn specialiteit in zijn jonge jaren en dat is her en der nog wel te horen maar de grote voorbeelden voor Philip waren altijd Amerikanen als J.J.Cale en Tony Joe White, types met een eigen geluid en dat geldt evenzeer voor Philip. Ondanks alle prima albums van Philip was hij nooit te horen op de radio en dan nu met zijn nieuwste is het de cd van de week en dat werd tijd en dan is er ook een paginagroot artikel in de Volkskrant en volgt er een televisie optreden. Wat is hier aan de hand? Wel op dit album handelt het om zeer persoonlijke zaken en niet de minste, in 2016 werd er kanker geconstateerd bij zijn echtgenote, eerst borstkanker en later maagkanker en tot overmaat van ramp bleek het ook nog erfelijk te zijn, zodat zijn dochters ook moesten worden onderzocht. Tijdens dit hele proces bedacht Philip de liedjes die op dit album staan, alles is geboren tijdens de vele uren die hij doorbracht in wachtkamers, de lp/cd hoes toont dan ook een foto van zo’n wachtkamer. Het vertolken van zulke persoonlijke gevoelens kan leiden tot navrante teksten maar daar is hier geen sprake van, de teksten brengen hun boodschap klaar en duidelijk zonder te vervallen in enigerlei vorm van zelfmedelijden. Zo gaat het openings- en titelnummer over de operatie : “Doctors try to put my gal back in the game again. They’re giving us some more time and you never know until when”. Dat zijn teksten die hakken er wel in zoals ook te merken was tijdens de cd/lp presentatie, duidelijk is wel dat de teksten zijn doordesemd van liefde voor zijn echtgenote Jellie. Kippenvel is het resultaat bij het beluisteren van het nummer DNA: “It’s a sad morning- We told the kids last night what mama ’s got in her DNA-It’s not something she can fight”. Maar niet alleen de teksten zijn ijzersterk ook de muziek staat als een huis. Reyer Zwart speelt basgitaar, contrabas, el. gitaar, piano, lap steel en banjo, bovendien produceerde hij het album samen met Frans Hagenaars. Jeroen Kleijn is te horen op drums en percussie. Philip speelt akoestische en elektrische gitaar, banjo, ukelele, bluesharp en hij is vocaal aanwezig. Zijn dochters geven ook acte de présence, Patsy zorgt samen met Reyer voor de achtergrondzang, Dunja speelt piano op twee nummers en Lynn is te horen op calebas op een nummer. Speciale vermelding verdient wat mij betreft jazzmuzikante Hermine Deurloo met haar sfeervolle chromatische harmonica in twee nummers. Ik heb een broertje dood aan de term Americana maar in het geval van “Some More Time” zou het wel op zijn plaats zijn want de sfeer, de klank het zou zo weggelopen kunnen zijn uit de zuidelijke staten van de V.S. Het swingt, de blues is nooit ver weg en dan is er de stem van Philip die referenties oproept aan swamps, prairies, juke joints en niet aan Scheveningen zijn woonplaats. Niet alleen nare zaken kunnen erfelijk zijn want de dochters Kroonenberg kwijten zich uitstekend van hun taak. Als ik ooit een album met volle overtuiging kan aanbevelen dan geldt dat zeker voor “Some More Time”! Jan van Leersum.
: |
||||||||
|
||||||||
|